zondag 9 februari 2014

Inspiratie

Even dacht ik dat het me zou helpen. Dat het me goed zou doen om niet teveel te lezen. Dat het beter was om eventjes over niets anders te schrijven. Me te focussen op slechts één iets.
‘Moordwijf’ -de voorlopige titel- had zich inmiddels diep in mijn brein genesteld en ik wilde me door niets en niemand laten afleiden, mijn aandacht niet verdelen.
Hoe veel meer kun je er naast zitten?

Ik stortte mij in het verhaal. Haar verhaal.
Ze nam me bij de hand en liet me zien hoe haar jeugd was geweest. Haar hoogte- en dieptepunten openbaarde ze voor me zonder schroom en langzaam kreeg het verhaal vorm.
Rond haar achtentwintigste levensjaar ongeveer liet ze me zonder enige vorm van waarschuwing plotseling los. Ze glipte weg en keek nog één keer achterom.
“Doe het nu zelf maar,” zei ze terwijl ze langzaam uit het zicht verdween.
“Hoe?” vroeg ik, en ik riep haar na: “Hoe?!”, maar ze was al weg.

Ik keek naar haar uit tijdens lange wandelingen in het bos en op het strand. Ik zocht haar in de stilte, maar ook in het geraas van mijn gedachten. Ze was er niet wanneer ik droomde noch wanneer ik waakte. Ze was simpelweg verdwenen alsof ze er nooit was geweest.

Er kwam ergens een leuke opdracht voorbij; ‘Dialogen schrijven’.
Leuk, dacht ik. Gave oefening, en ik nam me voor er mijn best op te doen. Maar de dagen van de week werden gevuld met mijn zoektocht naar die ene vrouw -Moordwijf- en de opdracht liet ik links liggen.
De oproep om een column te schrijven voor een wekelijkse online krant op en schrijverssite  kwam onder mijn aandacht doordat ik in een ‘persoonlijk bericht’ hiervoor werd benaderd.
Dat heb ik lang niet gedaan, een column schrijven. Doen!, dacht ik en omdat zij toch in geen velden of wegen te bekennen was stortte ik me op een column. Daardoor werd ik bijna gedwongen meer te lezen. En na te denken over andere zaken. Wereldse issues en alledaagse dingen.

Al lezend en typend over allerlei zaken zag ik haar weer verschijnen. Vaag eerst, als een schim in de ochtendnevel, maar al ras raakte ik opnieuw geïnspireerd. Woorden vormden weer zinnen. Alinea’s borduurden voort op de al aanwezige verhaallijn.

Lezen werkt inspirerend zegt men, maar ik deed mijn eigen ding. Schrijven brengt je op ideeën zeggen ze, maar ik luister slecht. Ik ben eigenwijs, hoorde ik iemand beweren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten