Zo af en toe stuur ik een hoofdstuk waarvan ik vind
dat het wel zo ongeveer klaar is, op naar een paar proeflezers. Ja, ik laat een
klein aantal mensen zo af en toe iets lezen. Zij houden mij op het juiste spoor
en voorzien me meer dan eens van ideeën, overigens zonder dat ze dat zelf
weten.
“Ik vraag me af in hoeverre Moordwijf
autobiografisch is,” werd me gevraagd en ik verzekerde haar dat het dat
absoluut niet is. God bewaar me.
Maar het is wellicht bijna onmogelijk om niet iets
van jezelf in je boek te stoppen. Om je eigen verleden en herinneringen te
negeren en er niets mee te doen.
In één van de eerste hoofdstukken grijp ik
bijvoorbeeld terug op mijn tijd op de lagere school. Het lokaal dat ik
beschrijf in het boek is het lokaal van de zesde klas van de school in het dorp
waar ik opgroeide. Mensen die ook die school bezochten zullen het ongetwijfeld
herkennen.
Zo komen er meer persoonlijke zaken voorbij. Niet
omdat ze het verhaal zijn, maar omdat ze het aankleden.
Als kind zag ik op de televisie eens een in mijn
ogen oude vrouw voorbijkomen. Ze was gekleed in een eenvoudige, zwarte jurk en
haar donkere, krullende haren omlijsten het bleke gezicht dat met droevige ogen
van onder dunne wenkbrauwen verdrietig onze huiskamer binnen keek. Haar stem
was verbazend krachtig en vol van emotie toen ze begon te zingen: ‘Non, je ne
regrette rien’.
Alhoewel ik er niets van begreep raakte ik er
ondanks mijn jonge leeftijd diep door ontroerd.
In mijn hele leven kwam ik nooit veel verder dan
een klein beetje ‘Frans van de straat’: woorden als trottoir, maar ook bureau
of une bière ; dat ging wel, maar nog steeds pakt de ‘Grand Dame’
me bij de strot wanneer ik dit nummer hoor.
Toen ik dan ook een scene uitschreef waarin ik
naast emotie muziek nodig had, hoefde ik niet zo heel erg lang na te denken.
En zo zijn er meer fragmenten waarin iets van mijn
eigen leven opgesloten ligt; pijn, verdriet en vreugde. Muziekfragmenten,
beelden en geuren. Beschrijvingen van steden waarin ik rondzwierf of reizen die
ik maakte.
Maar autobiografisch; nee, daarvoor ben ik nog te
jong.